Op een kille novemberdag vertrekt een jonge man halsoverkop uit zijn ouderlijk huis. Hij kan er niet meer tegen als zonderling behandeld te worden, alleen maar omdat hij wil schilderen – op zijn eigen manier.

Op een kille novemberdag vertrekt een jonge man halsoverkop uit zijn ouderlijk huis. Hij kan er niet meer tegen als zonderling behandeld te worden, alleen maar omdat hij wil schilderen – op zijn eigen manier.
Er wordt gezegd dat hij huilt om het leed van de aarde. En toch kan hij diep in zijn ziel en hart intens gelukkig zijn, want hij heeft vrede en geluk in zichzelf ontdekt.
Ik kom thuis en merk al bij binnenkomst dat er een bepaalde spanning hangt. Het voelt chaotisch, verward en muisstil, haast doods. Ik weet dat Giovanni er is, maar de woning voelt verlaten alsof ontvlucht, en op sommige plekken zelfs vijandig, alsof ik niet welkom ben.